Lyra heeft een programma met vier modellen. Oplopend in prijs zijn het Delos, Kleos, Etna en Atlas. Elk van deze modellen heeft een boron cantilever en een uitgekiende naaldvorm.
Waar andere merken beginnen met instapmodellen voor relatief lage prijzen, begint Lyra voor de Delos direct met een fors bedrag. Lyra’s doel is duidelijk: geen concessies doen en ook in het basismodel al zoveel mogelijk kwaliteitsbepalende onderdelen, materialen en constructies integreren. Delos presteert al zo enorm goed, dat het kan concurreren met topmodellen van andere merken. En bij het luisteren vergeet de luisteraar wellicht dat het nog mooier kan.
Belangrijke kwaliteitsbepalende factoren van Delos zijn onder andere de ‘new angle technology’, een body dat is gegoten uit één stuk aluminium voorzien van een non-parallelle vorm voor minimale resonantie, een boron cantilever en een microridge stylus.
Een belangrijke factor voor een optimale werking van een MC-element bevindt zich in het hart van de cartridge. Spoelen, magnetische circuits en de kern moeten tijdens het afspelen evenwijdig aan elkaar zijn. De meeste conventionele MC-elementen hebben deze evenwijdigheid in rust wel, maar bij het afspelen een afwijking van 3°. Dat komt omdat de naald op de plaat gaat rusten en de cantilever omhoog gaat en vrij komt. De VTA (Vertical Tracking Angle) wordt dan de gewenste 20°. Dit is de hoek die ook de snijbeitel bij het snijden van de plaat had.
In rust heeft de cantilever een VTA van 23° en op de plaat rustend heeft de cantilever een VTA van 20°. Door de constructie van de body van Lyra zullen bij het spelen de hoek tussen cantilever en magneten, spoelen en dempers exact 90° zijn. Dus juist tijdens het spelen is er de gewenste evenwijdigheid van de samenwerkende onderdelen. Met de arm van de plaat wijkt het 3° af van de ideale situatie.
Op de afbeelding is dit heel goed te zien. Links ziet u de Lyra opbouw en rechts de opbouw van conventionele elementen.
- Linksboven ziet u dat de Lyra-body een mechanische hoek maakt van 20° en dat de cantilever de rusthoek van 23° maakt. Het element hangt in rust boven de plaat. Magneten, dempers en spoelen staan scheef ten opzichte van elkaar.
- Rechtsboven ziet u dat bij de conventionele body er een mechanische hoek van 23° is en dat ook de cantilever een rusthoek van 23° heeft. Magneten, dempers en spoelen staan loodrecht op elkaar. Dus een ideale situatie in rust, maar niet onder het spelen.
- Rechtsonder ziet u bij de conventionele body dat de cantilever keurig naar 20° is gegaan, maar dat intern de werkende onderdelen ten opzichte van elkaar uit het lood zijn gekomen.
- Linksonder ziet u bij de Lyra-body dat bij de 20°-hoek van de cantilever de magneten, dempers en spoelen juist wel precies recht blijven en dus hun optimale werking kunnen bereiken.
Bovenstaande verhaal geeft ook aan hoe belangrijk het is om de naaldkracht in te stellen zoals de fabrikant heeft voorgeschreven. De persoon die de arm afstelt moet uitermate deskundig zijn en ook met het gehoor kunnen bepalen wanneer de optimale verhouding tussen naaldkracht en VTA wordt bereikt. Het zal duidelijk zijn dat dit bij een Lyra cartridge beter gaat, omdat we dan niet bezig zijn om te proberen een afwijking in het element te compenseren. Ik zeg daarom vaak: een compromis in de audio is geen optimum.